-
1 voor het gerecht brengen
гл.общ. отдавать под суд -
2 een zaak voor het gerecht brengen
een zaak voor het gerecht brengen————————een zaak voor het gerecht brengenDeens-Russisch woordenboek > een zaak voor het gerecht brengen
-
3 een zaak voor het gerecht brengen
een zaak voor het gerecht brengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zaak voor het gerecht brengen
-
4 iemand voor het gerecht brengen
iemand voor het gerecht brengenbring someone to court/to trialVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand voor het gerecht brengen
-
5 brengen
2 [begeleiden naar] take♦voorbeelden:mensen (weer) bij elkaar brengen • bring/get people (back) togethernaar huis brengen • take homeeen kind naar bed brengen • put a child to bed3 iemand dank/hulde brengen • give someone thanks, pay someone tributeeen lied brengen • perform a songin deze aflevering brengen wij drie reportages • in this week's/today's 〈enz.〉programme we have/present three reportswat zal de tijd ons brengen? • what will the future bring (us)?brengen zij dit jaar weer een toneelstuk? • will they be doing another play this year?te berde brengen • bring up, raiseeen zaak voor het gerecht brengen • take a matter to courtzich(zelf) ertoe brengen om … • bring oneself to …wat bracht je ertoe het niet te doen? • what(ever) stopped you ((from) doing it)?wat bracht je ertoe het te doen? • what(ever) made you do it?iemand aan het twijfelen brengen • raise doubt(s) in someone's mindiets aan de man brengen • sell somethingiemand aan het lachen brengen • make someone laughhet gesprek op een bepaald onderwerp brengen • bring the conversation round to a particular subjecthet gesprek op iets anders brengen • change the subjectwie/wat heeft hem op dat idee gebracht? • who(ever)/what(ever) gave him that idea?het nooit en te nimmer tot iets brengen • never get anywherehet voor elkaar brengen • fix things (up)¶ jawel! morgen brengen • not likely!het ver brengen • go far -
6 gerecht
♦voorbeelden:2 iemand aan het gerecht overleveren • livrer qn. à la justicevoor het gerecht gedaagd worden • être traduit en justicevoor het gerecht verschijnen • comparaître devant le tribunaleen zaak voor het gerecht brengen • porter une affaire devant les tribunaux -
7 gerecht
♦voorbeelden:1 als volgende gerecht hebben we … • the next course is …voor het gerecht verschijnen • appear in courtiemand voor het gerecht brengen • bring someone to court/to trial -
8 brengen
3 [doen toekomen] apporter4 [in een toestand doen komen] mettre♦voorbeelden:twee mensen dichter bij elkaar brengen • rapprocher deux personnesiets dichterbij brengen • approcher qc.jawel! morgen brengen • des prunes!het glas aan de lippen brengen • porter le verre à ses lèvresiets in veiligheid brengen • mettre qc. en sûretéiemand naar bed brengen • mettre qn. au litiemand naar de tram brengen • conduire qn. jusqu'au tramwayin dit nummer brengen wij drie reportages • dans ce numéro nous proposons trois reportageseen toneelstuk brengen • donner une pièce de théâtremet zich mee brengen • avoir pour conséquencedaar valt niets tegenin te brengen • il n'y a rien à en direiets naar voren brengen • avancer qc.niets kunnen brengen tegen … • ne rien trouver à redire à …een zaak voor het gerecht brengen • porter une affaire devant le tribunal4 iemand ertoe brengen dat hij …, iemand tot een daad brengen • amener qn. à faire qc.water aan de kook brengen • faire bouillir de l'eauiemand aan het twijfelen brengen • faire hésiter qn.iets aan de man brengen • placer qc.iets in rekening brengen • porter qc. en compteiemand in tranen brengen • faire pleurer qn.het gesprek op iets brengen • amener la conversation sur qc.dit bracht mij op de gedachte • cela m'a donné l'idée (de)een kind ter wereld brengen • mettre un enfant au monde→ link=verstand verstand -
9 committed for trial
voor het gerecht brengen -
10 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
11 justice
n. rechtvaardigheid; eerlijkheid; wet; rechtszaak; rechter[ dzjustis]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; vaak Justice〉1 rechter♦voorbeelden:2 gerecht ⇒ rechtspleging, justitie♦voorbeelden:1 do justice (to) • recht doen/laten wedervarendo justice to oneself, do oneself justice • zich (weer) waarmaken, aan de verwachtingen voldoento do him justice • ere wie ere toekomtthey did justice to the meal • ze deden de maaltijd eer aanin justice to • om billijk te zijn tegenoverbring someone to justice • iemand voor het gerecht brengen -
12 arraign
v. aanklagen; voor het gerecht brengen[ əreen] 〈zelfstandig naamwoord: arraignment〉1 beschuldigen ⇒ aanvallen, aantijgen -
13 отдавать под суд
vgener. voor het gerecht brengen -
14 bring someone to justice
-
15 submit a case to court
submit a case to court -
16 submit
v. onderwerpen; aanvullen; voorstellen; indienen; beweren♦voorbeelden:submit to someone's wishes • iemands wensen inwilligen♦voorbeelden:submit to defeat • zich gewonnen gevenI will never submit to being parted from you • ik zal nooit toestaan dat we van elkaar gescheiden worden♦voorbeelden:submit a case to court • een zaak voor het gerecht brengenI submit that • ik meen te mogen beweren dat -
17 porter devant le tribunal
porter devant le tribunalDictionnaire français-néerlandais > porter devant le tribunal
-
18 отдавать под суд
vgener. voor het gerecht brengen -
19 appeler
appeler [aaplee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 roepen2 oproepen3 opbellen4 noemen5 benoemen ⇒ roepen (tot), bestemmen (voor)6 verlangen ⇒ noodzaken, met zich brengen♦voorbeelden:appeler le médecin • de dokter laten komenappeler qn. • iemand (aan)roepenappeler à l'aide, au secours • om hulp roepenappeler qn. ( au téléphone) • iemand opbellenappeler qn. en justice • iemand voor het gerecht dagenappeler qn. par son prénom • iemand bij zijn voornaam noemenappeler les choses par leur nom • het kind bij de naam noemenêtre appelé à 〈+ onbepaalde wijs〉 • bestemd zijn (om), geroepen worden (tot), genoodzaakt zijn (om)appeler qn. à une fonction, à un poste • iemand benoemen op een postelle est appelée par sa fonction à beaucoup voyager • haar functie zal met zich meebrengen dat ze veel moet reizenune riposte en appelle une autre • het ene weerwoord lokt het andere uitappeler l'attention de qn. sur qc. • iemands aandacht op iets vestigen♦voorbeelden:1 comment t'appelles-tu? • hoe heet je?voilà ce qui s'appelle parler • dat is pas duidelijke taalou je ne m'appelle plus X, aussi sûr que je m'appelle X • zowaar als ik leef, hier sta1. v1) noemen2) (op)roepen3) opbellen4) benoemen2. s'appelerv -
20 trial
adj. experimenteel, op proef--------n. rechtszaak; beproeving, experimenttrial1[ trajjəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (gerechtelijk) onderzoek ⇒ proces, rechtszaak2 proef(neming) ⇒ test, experiment3 poging♦voorbeelden:1 put someone on trial • iemand voor het gerecht/de rechter brengenstand (one's) trial • terechtstaangive someone a trial • het met iemand proberengive something a trial • iets testentake someone/something on trial • iemand/iets op proef nementrials and tribulations • wederwaardigheden, zorgen en problemen————————trial2〈werkwoord; trialled〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia
Herr — 1. Ain Herr, der zu lugen lust hat, dess diener seind alle gottloss. – Agricola II, 221. 2. Alle sind Herren, wer ist Sklave? 3. Alles kamme unsem leiwen Heren alleine anvertruggen, awwer kein jung Méaken un kein draug Hög. (Westf.) Alles kann… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon